Maandag 9 december 1991, de vierentwintigste vakantiedag.
Om kwart over zeven in de ochtend was ik al wakker. Een half uurtje later stond ik aangekleed beneden in de keuken. Dave Roberts vroeg me (volledig tot mijn verrassing) of ik voorafgaand aan  het ontbijt in gebed voor wil gaan. Ondanks het feit dat hij mij volledig overrompelde redde ik mij uit deze, voor mijn gevoel wat ongemakkelijke, situatie. Een goed stevig ontbijt bestaande uit een bordje met cereals, een paar sneden toast en twee (hard)gekookte eieren was deze ochtend mijn deel. Tijdens het ontbijt speculeerden we onder andere een beetje over de op handen zijnde reis naar de volgende plaats waar A.G. & Kate op zouden gaan treden. Vlot na het ontbijt ging een ieder bezig met de dingen waarmee hij/zij deze dag bezig moest zijn. Dave Roberts vertrok naar de kerk, z’n vrouw had ook een activiteit buiten het huis en ik had vooralsnog even het rijk alleen. Eens rustig badderen leek mij een uitstekende optie. Terwijl ik in de badkamer allerlei persoonlijke schoonmaakactiviteiten ontplooide verloor ik het evenwicht en rukte met een mooie zwaai het douchegordijn bij het bad naar beneden. Tegen de tijd dat m’n hart weer wat rustiger begon te kloppen kon ik beginnen de schade te beoordelen en het gekke ding weer op te hangen. Achteraf bleek het allemaal behoorlijk mee te vallen, slechts een paar van de plastic ophanghaakjes voor het gordijn hadden mijn gewicht niet overleefd en zouden eigenlijk vervangen moeten worden. Toen ik na verloop van tijd van al de sensatie en spanning  bekomen was moest ik een keuze maken over het verdere verloop van de ochtend. Voor zover ik me herinner heb ik destijds gezwegen over de plastic ophanghaakjes van het douchegordijn…

Bleef ik hier in huis wachten tot A.G. & Kate mij op zouden komen halen, of wandelde ik rustig en bedaard naar de caravan, praatte daar nog even een beetje bij en wachtte dan op de dingen die zouden gaan komen. Na wat overwegingen pro en contra aangaande de verschillende voor de hand liggende keuzes koos ik er voor om toch maar naar de caravan te wandelen. Hier zat ik immers toch ook maar alleen in een vreemd huis. Een klein briefje was zo geschreven en vervolgens viel de deur van huize Roberts achter mij in het slot. Eenmaal bij de caravan aangekomen moest ik eerst even wachten omdat er binnen (nog) geen plaats voor grote vogels was. Ik doodde de tijd door al vast maar adreslabels op de kerstkaarten voor dit jaar te plakken. Scheelde straks weer een hoop werk als de kaartjes gepost moesten worden. Toen Kate me naar binnen vroeg stond het fluitketeltje al op het vuur en kon er bijna koffie gedronken worden, en jazeker, een broodje ging er ook nog wel in. Rustig en bedaard braken we na de gebruikelijke ochtendrituelen (nog even het hoofdstuk uitlezen…) op om via het dorp naar Durham te rijden.

In het dorp zagen we bij een buurtwinkeltje een A4 affiche hangen met daarop de aankondigingen van A.G. & Kate’s optredens in deze regio. A.G. zette snel de Landrover aan de kant en ik spurtte met grote snelheid de winkel in. Geheel en al buiten adem vroeg ik de vrouw achter de toonbank of zij het A4 affiche aan mij af wilde staan. Waarom zou ze mij het affiche geven, er stonden toch allerlei optredens op… Toen ik haar er op wees dat al de optredens al verleden tijd geworden waren en dat de op de A4 affiches aangekondigde artiesten inmiddels buiten in de Landrover zaten, werd het een heel andere zaak. Met een tevreden gevoel schoof ik iets later weer op m’n plaatsje naast Kate in de Landrover met in m’n binnenzak het felbegeerde A4 affiche. Leuk voor het plakboek of het eventuele verslag wat nog van deze gebeurtenissen geschreven moest gaan worden…

De reis voerde ons via een prachtige route met verschillende mooi begroeide valleien onder een moedig winterzonnetje naar Durham in Northumberland. De gedeelten waar de zon de aarde bescheen waren ontdooid, daar waar de schaduw de zon verhinderde te schijnen was de aarde nog steeds wit bevroren; een mooi gezicht. De reis duurde het grootste gedeelte van de dag. Met de caravan achter de Landrover gehaakt reden we niet zo snel, bovendien werd af en toe om wille van mij een wat meer toeristische route genomen in plaats van een meer efficiënte en saaie vier- of zesbaans snelweg. Los van dat gegeven was de kans dat je interessante tweedehands boeken winkeltjes langs de snelweg vindt vrij klein…

Een vrijwel iedere dag wederkerende gebeurtenis tijdens de reizen met A.G. & Kate is ’t aandachtig, en onder veel discussie over omwegen en reistijd, raadplegen van ‘Skoob’, het boek waar vrijwel alle tweedehandsboekenwinkeltjes in het hele land vermeld staan (alhoewel ik ook een beetje het gevoel begon te krijgen dat het de afgelopen paar weken wat meer postzegelwinkeltjes waren geworden…). Jaarlijks kwam er een nieuwe uitgave van ‘Skoob’ uit omdat sommige van de ‘second hand bookstores’  een wel erg tijdelijk karakter bleken te hebben. A.G. & Kate hadden al enige jaren een wat oudere editie onder handbereik in de Landrover liggen. De keuze voor een wat oudere editie bracht met zich mee dat we af en toe op zoek waren naar niet (meer) bestaande ‘second hand bookstores’. De wat meer aandachtige lezers onder ons zullen ondertussen al lang ontdekt hebben dat ‘Skoob’ hetzelfde is als ‘Books’ achterstevoren geschreven…

A.G. had redelijke pech deze dag. Voor wat de boekenwinkeltjes betreft was de spoeling hier in het noorden van Engeland een beetje dunner dan we graag hadden willen zien. We konden dan ook zonder al te groot oponthoud rustig naar Durham doorrijden.

Durham is a splendid town, set above the River Wear, one of the undebatable glories of the North. Is is an old town, founded by the monks who fled from Lindisfarne, and by the early years of the 11-th century there was a castle here, protecting the shrine of St. Cuthbert. The present city, although still small and unlikely to expand because of its siting, is one of the most delightful little cities in England, crowned by the great soaring Romanesque cathedral. The river cutting past the cliffs is littered with punts and rowing boats in summer; the narrow streets are filled with visitors from all over the world, and students from the University give the town a youthful, lively air. Bron: Journey through Britain & Ireland. Mashall Cavendish Books – 1991.
Men stelde het absoluut niet op prijs dat er foto’s werden gemaakt bij of in de verschillende gevangenissen. Foto’s met betrekking tot de gevangenissen in deze posts komen dus van het Internet.

Hier in Durham zouden we wederom een paar dagen blijven. Vrijwel direct toen we in Durham aankwamen moesten we naar de gevangenis. Zowel A.G. als Kate hadden mij al voorbereid op het bezoek aan de gevangenis(sen) in Durham. Uiteraard volgde eerst de gebruikelijke ‘security checks’, maar toen alles in orde bevonden werd mochten we met de Landrover naar binnen. Kate had van te voren mijn persoonlijke gegevens al doorgeven en zo te merken had ze dat goed gedaan, want over mijn aanwezigheid werden nauwelijks vragen gesteld. HMP (Her Majesty’s Prison) en YOI (Young Offernders Institution) Low Newton herbergde ongeveer 200 gevangenen van zo rond de 20 jaar oud. De gevangenis functioneerde als een soort tussenstation voordat de mensen die er opgesloten waren berecht werden, en het scheen zo te zijn dat er nogal wat recidivisten onder de aanwezigen zaten. Mensen die een keer naast de rails terechtgekomen waren en hun draai niet helemaal meer terug hadden kunnen vinden. Op degenen na die hun cel niet mochten verlaten kwam vrijwel allemaal naar de gymzaal waar het optreden gehouden zou gaan worden. Het werd ze ook behoorlijk gemakkelijk gemaakt. Ze konden òf in hun cel opgesloten worden òf naar het optreden van A.G. & Kate gaan. U kunt zich begrijpen dat A.G. & Kate zich met een zeer gemotiveerd en uiterst aandachtig publiek geconfronteerd zagen…

HM Prison Low Newton is a closed prison for female adults and young offenders in Brasside, County Durham, England. The prison, which is operated by His Majesty’s Prison Service, is next to HMP Frankland, a Category A men’s prison. Notable inmates at the prison include formerly Rosemary West, as well as spree killer Joanna Dennehy and serial killer Lucy Letby. Low Newton Prison was originally constructed in 1965 as a mixed remand center for 65 males and 11 females. Additional accommodation was provided in 1975 and the capacity of the center increased to 215, though the center was normally overcrowded. Low Newton accommodated both male and female young persons and adult women until September 1998, when a re-role refurbishment program commenced. Since 1998 HMP Low Newton has been an all-female jail taking female prisoners from across the north of England, as well as lifers and juveniles.

De zaal was heel erg groot en koud, zowel wat de temperatuur betreft als ook de sfeer die er in de zaal hing. Men vond het klaarblijkelijk niet nodig om voorafgaand aan A.G. & Kate’s optreden even de verwarming aan te zetten, en omdat het toch al koud was had men dat maar zo gelaten ook. De bewakers die er voortdurend rond liepen maakten het niet echt veel beter. Eerst moest met de nodige omzichtigheid de Landrover het gevangenisterrein op, daarna moest al de apparatuur naar de gymzaal gesleept worden (weer een glorieus moment voor de sjouwers onder ons). Nadat we in alle eenzaamheid de installatie opgebouwd hadden werd het tijd om de gevangenen binnen te laten.

In HMP Acklington, nog maar amper een paar dagen terug, had ik een betrekkelijk goed gevoel in de gevangenis. Hier bekroop mij een soort gevoel dat ik hier eigenlijk het liefst zo snel mogelijk weer weg wilde. De (overwegend) jongens die naar het programma kwamen kijken waren niet bepaald in de muziek van A.G. & Kate geïnteresseerd, maar meer in de ruimte die ze even tijdelijk kregen om zich aan het gevangenisregime te onttrekken en ons het leven zuur te maken. A.G. & Kate schenen zichzelf min of meer af te kunnen schermen voor dit gespuis, ik zat er echter tussenin en had het daarom eigenlijk best wel benauwd. Er stond een groot schoolbord in de hoek om de namen van degenen die zich zouden misdragen op te schrijven; was je naam eenmaal genoteerd dan volgde de douw automatisch…

A.G. & Kate lieten zich niet door de situatie intimideren, ze hadden eerder met dit bijltje gehakt, dat was goed te merken. Het programma, dat deze keer overwegend uit gospel- en voor de rest countrymuziek bestond, werd geopend met een oude bekende van The Bailes Brothers: ‘Out of the darkness, into the light’.  Dit bleek een tekst met een voor deze situatie welhaast symbolische lading. De jongen die naast me zat trok een jas aan omdat het zo vreselijk koud in de gymzaal was, hij maakte daarbij de opmerking dat hij dan straks gemakkelijker even voor ‘a walk’ kon gaan. Zelfs in het klimrek aan de wand zaten nog jongeren al dan niet naar de muziek te luisteren, ondertussen werden ze nauwlettend in de gaten gehouden door de aanwezige bewaking. Mac Odell’s ‘From this day on’ was de tweede song, gevolgd door ‘Wonderful words of life’. Tot dat moment had ik het gevoel dat A.G. & Kate zich wat de materiaalkeuze aan de afspraak hielden, ze zouden voornamelijk gospelmuziek spelen, maar voor zichzelf speelden ze qua materiaalkeuze ook een beetje op safe in deze voor hen onvriendelijke omgeving. Ik begon een beetje het gevoel te krijgen dat A.G. & Kate het op dat moment duidelijk het zwaarst hadden en dat ze alle zeiltjes bij moesten zetten om zich niet door de situatie te laten beïnvloeden. A.G. vertelde vervolgens, naar aanleiding van de voorgaande hymne een verhaaltje over Shetland en Dwight L. Moody.

Moody, Dwight Lyman (Northfield, Mass., 5 februari 1837 – aldaar 22 december 1899), Amerikaans evangelist, trad na zijn bekering, te Boston in 1855, toe tot een congrationalistische gemeente en begon een jaar later in Chicago zondagsschool- en evangelisatiewerk, waarmee hij op den duur duizenden toehoorders trok. In 1864 vormde hij een eigen gemeente en sinds 1870 ondernam hij, samen met de zanger en componist Ira D. Sankey, massale evangelisatiecampagnes in de Verenigde Staten en Engeland. Zijn Northfield Conferences en het door hem gestichte Bible Institue te Chicago leidden talrijke jonge mensen op missionaire arbeid. Moody gaf de stoot tot de Student Volunteer Movement, die van grote betekenis is geworden voor de zending en de oecumenische beweging. Bron: Grote Winkler Prins Encyclopedie (1977).

De kenners onder ons weten dat A.G. & Kate indertijd op Shetland voor het eerst met de hymnen van Sankey en Moody in aanraking waren gekomen, de gevangenen in Low Newton wisten het, als ze het onthouden hadden, nu ook. Een korte ‘reading’ van Kate uit het Markus evangelie gaf aan dat Jezus ook voor deze mensen in de gevangenis een betekenis heeft:

When Jesus heard it, He said to them, ‘Those who are well have no need of a physician, but those who are sick. I did not come to call the righteous, but sinners, to repentance’. Bron: Markus 2: 17.
A.G. & Kate’s EP ’That Christmasy feeling’ werd in 1983 uitgebracht door Strictly Country Records (MLP 1001). De opnamen warden in januari 1982 in de MMP Studios in Waalwijk gemaakt. ●● Kant [1]: ‘That Cristmasy feeling’ (T. Cash/J. Peppers) ● ‘It’s so nice to spend Christmas with you’ (J.R. Cash) ● ‘Away in a manger’ (traditional) ●● Kant [2]: ‘Christmas in the hills’ (H. Brown) ● ‘It won’t seem like Christmas’ (J. Eanes) ● ‘In a stable, in a manger’ (A.G.).

Omdat het naar de kerst liep zongen A.G. & Kate ‘That Christmasy feeling’, een song die we al vaker tijdens de kerstconcerten uit volle borst meegezongen hadden. Ooit, in 1983, werd het op een gelijknamig EP’tje op Strictly Country Records uitgebracht. Toentertijd vond ik het een prachtige song, nu ook nog wel, maar nu ging voor mijn gevoel het kerstgevoel toch iets dieper als deze song het uitdrukte. Dat gevoel ging zeker op toen ik de regel ‘I hope it snows and the northwind blows’ las…

There’s a choir singing outside of my house,
Singing ‘Silent night’.
For every little thing that has gone wrong
Christmas makes it right.
The children are singing Christmas carols,
Everybody’s holding hands,
I’ve got that Christmassy feeling again.

Singing ‘Joy to the world’ and ‘Here comes Santa Claus’,
Mama’s baking turkey and Daddy’s making popcorn balls,
Sister’s hanging the mistletoe,
There’s good will to all man,
I’ve got that Christmassy feeling again.

There’s happiness in my house
With Christmas on its way,
With all my family back together again,
Oh, what a happy day!
I hope it snows and the northwind blows
And my boy wants a little toy train.
I’ve got that Christmassy feeling again.

Singing ‘Joy to the world’ and ‘Here comes Santa Claus’,
Mama’s baking turkey and Daddy’s making popcorn balls,
Sister’s hanging the mistletoe,
There’s good will to all man,
I’ve got that Christmassy feeling again.

En als die twee iets gingen signeren, dan hadden ze wel voldoende ruimte nodig… A.G. bedacht meestal wat er geschreven werd en vervolgens schreef Kate haar naam er bij. Dit is een scan van het binnenhoesje van de EP waar we het over hadden iets boven de bovenstaande songtekst (ach, u begrijpt het vast wel)…

St. Asaf, de melodie van ‘We know by faith’ vormde een kleine instrumentale onderbreking. Steeds meer mannen in het publiek werden echter rumoerig en steeds meer namen verschenen op het schoolbord in de hoek. Sommige aanwezigen verlieten zelfs onder bewaking de gymzaal. De sfeer begon voor mijn gevoel steeds minder prettig te worden. ‘Come let us with speed to Bethlehem go’ was een hymne van Charles Wesley die ook duidelijk naar de kerstperiode refereerde, maar toch ontegenzeglijk een andere insteek had. Deze hymne legt wat meer de nadruk op het feit dat Christus geboren was om vervolgens vanwege onze zonden te sterven (en met Pasen weer op te staan). In deze hymne staat een mooie regel ‘By faith we shall see him, promised of old – And know it is He of whom we were told’ die niet alleen naar de aanstaande Kerst refereerde, maar er ook de nadruk op legde dat wij in ons geloofsleven ook (zo spoedig mogelijk) ‘op reis’ moesten gaan. Ook wij hadden die belofte gekregen en zouden door Zijn genade Hem vinden waarover ons zo vaak verteld was.

Een song die de mensen in de gevangenis over het algemeen wel aansprak, maar ook eentje met een absoluut andere betekenis heeft was ‘They’re holding up the ladder’ van The Easter Brothers; het mocht echter niet (meer) baten, het bleef ploeteren voor deze groep mensen die zich klaarblijkelijk van te voren al in het hoofd hadden gezet om maar zo min mogelijk aandacht aan A.G. & Kate te besteden. Van A.P. Carter hoorden we de instrumentale versie van ‘The wildwood flower’, en omdat A.G. nu toch de autoharp in de hand had werden ook ‘And can it be’ en ‘O love divine, how sweet thou art’ gespeeld. Nog één song kon er gespeeld worden. Mijn notitieblokje vermeldde de titel hiervan niet, maar zeer waarschijnlijk is het ‘Travelling the highway home’ geweest. Zo kwam er aan het optreden in deze gevangenis in Durham een einde. We hadden slechts twee uur om al onze spullen in te pakken en naar de volgende gevangenis te rijden. Deze keer waren A.G. & Kate ook opgelucht dat het optreden voorbij was. Het was frustrerend om te merken hoe weinig er bij dit soort gelegenheden aan de uitvoerende artiest gedacht werd. Ten eerste was het voor het grootste gedeelte een soort liefdewerk, ten tweede werden de mensen er ook nog niet uitzonderlijk goed voor betaald. Het minste wat de leiding in een dergelijk geval zou kunnen doen was de inzet van de artiesten te respecteren. Vergeleken bij HMP Acklington een paar dagen terug was dit een compleet andere ervaring. Daar was ik onder de indruk van de manier waarop de gevangenen open stonden voor de boodschap die A.G. & Kate hen probeerden te brengen, er werd daar echt geluisterd en de betrokkenheid was van veel van de gezichten af te lezen; hier in HMP Low Newton deden ze hun uiterste best om de zaak zo snel mogelijk voor zichzelf en al de andere aanwezigen te verzieken. Net als voor mij, was het ook voor A.G. & Kate de eerste keer dat ze in HMP Low Newton waren. Zo, mijn gemopper stond nu op papier, die van A.G. & Kate hebben we indertijd in de Landrover zorgvuldig doorgesproken. Het was maar goed dat ze zich erg op hun optreden van vanmiddag in HMP Frankland verheugden…

HMP Frankland was nog veel strenger dan ik in eerste instantie gedacht had, de gevangenissen waar ik eerder geweest was op deze tournee waren een lachertje vergeleken bij de manier waarop de bewaking hier gebeurde. A.G. & Kate hadden mij al een beetje voorbereid op een zeer streng toegangsregime, maar dit was toch een beetje bar. Het bleek dat HMP Frankland tot een van de zwaarst bewaakte gevangenissen van Groot Brittannië hoorde; hij viel in elk geval onder de hoogste veiligheidsklasse met de zwaarste bewaking. We moesten door vier aparte sluizen, waar in sommige gevallen zelfs met een grote spiegel onder de Landrover werd gekeken. Het was dus voor deze gevangenis geweest dat Kate mijn persoonlijke gegevens door had moeten bellen. Ondanks dit alles werden we vrij vlot met Landrover en al naar de ‘chapel’ geloodst waar we konden beginnen met uitladen. Ik weet eigenlijk niet meer of de Landrover na het uitladen weer van het terrein moest, maar ‘k kan me voorstellen dat dat wel het geval is geweest. Toen al de spullen eenmaal in de ‘chapel’ stonden kon eindelijk het opbouwen van de geluidsinstallatie beginnen. De deur van de ‘chapel’ viel achter ons in het slot, en eigenlijk waren wij nu zelf ook gevangenen geworden. Dikke tralies zaten voor alle openingen en uitgangen van dit vertrek. Het opbouwen verliep zoals de laatste tijd wel vaker, dus vrij vlot. Langzamerhand begon ik mijn rol in het geheel een beetje door te krijgen; na ruim drie weken ‘on the road’ mocht dat natuurlijk ook wel een keer. Ruim op tijd stond alles klaar en konden A.G. & Kate met hun soundcheck beginnen. Ik zocht ondertussen maar een plaatsje vanwaar ik een goed oog op het duo had en waar ik de meeste van het straks aanwezige publiek in de gaten kon houden terwijl ik toch niet helemaal apart zou zitten.

Even later kwamen de gevangenen binnen. Rustig en geordend kwamen ze de ‘chapel’ in en zochten een plekje. Het was opvallend dat verschillende onder hen al dan niet op hun kleding uiting gaven aan het feit dat het Ieren ware. Verschillende keren zag ik de mensen in opvallend veel groene kleuren (de nationale kleur van Ierland) of ik zag de ‘shamrock’ (het klaverblad) als nationaal symbool van Ierland aan een kettinkje, op een T- of sweatshirt, of getatoeëerd op de armen. Later in de nagesprekken met verschillende van de gevangenen bleek dat een redelijk percentage van hen inderdaad banden met Ierland had en vanwege daden van terrorisme, al dan niet tijdelijk, hier verbleven.

Verschillende leden van een oecumenische fellowshipgroep uit Durham (ze doen hier ook aan gevangenenbezoek; een zeer belangrijk werk) waren ook van de partij. A.G. & Kate beschouwden het werk in de verschillende gevangenissen als een zeer belangrijk onderdeel van hun evangelisatie arbeid; ik denk dat dat inderdaad ook het geval was. Zeker de laatste paar voorgaande jaren nam het aantal gevangenissen waar A.G. & Kate tijdens hun tournees speelden toe. Aan de ene kant was dat positief; omdat ze kwamen te werken op plaatsen waar veel anderen niet kwamen, aan de andere kant legde het een financiële claim op het welzijn van A.G. & Kate omdat veel van de gevangenissen betrekkelijk slechte betalers bleken te zijn. Niet dat ze hun geld niet of veel te laat kregen, alhoewel ook dat (laatste) voor bleekt te komen, maar veel van de gevangenissen waar ze in die periode  kwamen bleken slechts minimale bedragen over te hebben voor het werk dat A.G. & Kate onder de gevangenen deden.

Van te voren hadden A.G. & Kate me gewaarschuwd dat het mogelijkerwijs wat onverstandig zou zijn als ik met mijn schrijfblokje in de hand uitgebreid zou gaan zitten schrijven. Ik heb die avond in HMP Frankland dan ook, in tegenstelling tot de vorige gevangenis op deze dag, niets opgeschreven. Later op de avond viel dat wel weer in te halen, dacht ik bij mezelf. Aan het programma van die avond lag het zeker niet. A.G. & Kate begonnen hun programma die avond met ‘Love divine, all loves excelling’; ook wel eens ‘the national anthem of methodism’ genoemd. Deze hymne ging volledig over de liefde die God voor ons mensen heeft, ook als ze mogelijkerwijs iets verkeerds gedaan hebben en daarom in HMP Frankland zitten. ‘Little spot in heaven’ gaat over het ‘verdienen’ van een plaatje in de hemel. Eigen goede werken werken wat dat betreft niet, maar de liefde van God voor ons is de clue in het verhaal die we moesten begrijpen willen we er überhaupt wat mee kunnen. Nu al, na de tweede hymne was er al iets van een opbouw in het programma zichtbaar. Ik kan daar nu natuurlijk uitgebreid op ingaan, maar het is natuurlijk een stuk leuker als u dat voor uzelf zou gaan bedenken…

‘Love divine, how sweet Thou art’ bevatte de regel ‘let earth and heaven and all things go’. Deze regel verwees naar het feit dat we zelf moeten proberen om de liefde die God voor ons heeft te onderscheiden en tot ons deel te maken. Leslie D. Weatherhead had het in deze context wel eens over ‘to claim the experience’; ik denk dat dat de juiste uitdrukking was. Een goed Nederlands equivalent kan ik eigenlijk niet zo snel bedenken. A.G. had in het kader van deze hymne een aardig verhaal. Een dominee in de Verenigde Staten merkte dat een vrouw bij hem in de gemeente steeds dicht bij de deur zat en telkens als eerste ook weer weg was. Hij kon eigenlijk niet begrijpen waarom ze zich zo opstelde, want verder deed ze goed mee me de dingen in de diensten. Elke zondag weer herhaalde zich hetzelfde fenomeen. Telkens was hij niet snel genoeg om haar te onderscheppen om haar te vragen waarom ze zo deed als ze deed. Toen het hem eindelijk lukte vertelde ze hem ‘I want to get to heaven, but only just…’. A.G. legde aan de hand van het couplet over Simon Petrus nog een aantal zaken uit.

O that with humbled Peter I
could weep, believe, and twice reply,
My faithfulness to prove!
Thou know’st, for all to Thee is known
Thou know’st, O Lord, and Thou alone,
Thou know’st that Thee I love.

Dit couplet over Simon Petrus had natuurlijk ook een corresponderend Bijbelgedeelte, maar omdat ik dat waarschijnlijk al een aantal keren heb gebruikt zal ik het op dit moment maar even achterwege laten. A.G. & Kate lieten het programma ondertussen overgaan in een wat meer country getint gedeelte. ‘From this day on’ hield echter nog steeds de al eerder ingeslagen lijn vast, terwijl het toch een heel andere song was. Het gaf A.G. & Kate bovendien de kans om iets over The Bailes Brothers te vertellen; collega-artiesten die een duidelijke invloed op het verloop van hun carrière gehad hebben en in 1991 eigenlijk nog steeds hadden. ‘Out of the darness into the light’ was een volgende song van The Bailes Brothers en paste precies in de opbouw van ’t programma. Aan de hand van deze song vertelde A.G. een verhaal over John Nelson (na het gekleurde blokje):

John Nelson was the pioneer of Yorkshire Methodism. He happened to be working as an ornamental stonemason in London when he heard John Wesley preaching in the open air at Moorfields. He was soon converted and a year later returned to Yorkshire where he assisted Benjamin Ingham before he accompanied John Wesley on a preaching tour of Cornwall. Thereafter he became an intrepid evangelist, sometimes in the face of fierce persecution, throughout the north of England and then the Midlands. Although John Nelson was a noteworthy revivalist, his journal is not filled with remarkable conversions, either in quality or quantity, though there are conversions enough mentioned in its pages. Rather it is a narrative of the struggles and hardships (as well as the joys) that go with ‘obeying God rather than man’. It is the story of one man whom God called and who obeyed that call despite intense opposition both from the common people and, sadly, from those who name the name of Christ. It is filled with a passionate commitment to be faithful to all of God’s truth, not just the comfortable bits, and of the conflicts that arise from that. John Nelson, was born in the parish of Birstal, in the west-riding of the county of York, in October, 1707, and brought up a mason, as was his father before him.

John Nelson was indertijd opgesloten in de gevangenis, maar ondanks dat ging hij door met het werk voor de Heer. Uiteindelijk werd John Nelson een van de steunpilaren in het werk van de gebroeders Wesley. Eerder in deze tournee hadden we, toen we in Batley waren, het werkvertrek van John Nelson opgezocht en uitgebreid gefotografeerd. ‘That Christmassy feeling’ was een mooie countrysong (die we kennen van onder andere Johnny Cash) die eigenlijk niet zo gek veel om het lijf had, maar binnen dit kader wel een duidelijke verwijzing naar het aanstaande kerstfeest in zich had. ‘Come Thou long expected Jesus’, op de melodie Stuttgart, was weer een prachtige Wesley hymne, maar eentje die bovendien een aardige link had naar de vorige song van Johnny Cash. Bovendien verwees deze hymne net als de vorige hymne ook naar het aanstaande kerstfeest. ‘Come let us with speed to Bethlehem go’ was een van de wat kortere Wesley hymnen die een verwijzing naar kerst hadden. Het verhaal dat A.G. over de laatste paar hymnen vertelde kan heel kort worden samengevat. We moeten ook zelf actief zijn; ook nu kunnen de woorden van Leslie D. Weatherhead zoals ik die eerder aangehaald hebben een richtlijn voor het eigen gedrag zijn. A.G. & Kate sloten hun programma af met een oude bekende: ‘Oh, let me commemd my Savior to you’, voor mij een aardige reden om de tekst nog maar eens op te nemen.

Oh, let me commend my Savior to you,
I set to my seal, that Jesus is true;
Ye all me find favor, who come at His call;
Oh! come to my Savior, His Grace is for all.

Lord, not unto me, (the whole I disclaim)
All Glory to Thee, thro’ Jesus’s name!
Thy gifts and Thy graces, pour’d down from above,
Demand all our praises, our thanks and our love.

Thy faithfulness, Lord, each moment we find,
So true to Thy word, so loving, and kind;
Thy mercy so tender, to all the lost race,
The foulest offender, may turn and find grace.

Oh, let me commend my Savior to you,
I set to my seal, that Jesus is true;
Ye all me find favor, who come at His call;
Oh! come to my Savior, His Grace is for all.

The mercy I feel, to other I shew,
I set to my seal, that Jesus is true;
Ye all me find favor, who come at His call;
Oh! come to my Savior, His Grace is for all.

To save what was lost, from heaven He came:
Come sinners and trust in Jesus’s name;
He offers you pardon, He bids you ‘be free!
If sin is your burden, Oh! come unto me!’

Oh, let me commend my Savior to you,
I set to my seal, that Jesus is true;
Ye all me find favor, who come at His call;
Oh! come to my Savior, His Grace is for all.

Oh, let me commend my Savior to you,
The publican’s friend and advocate too;
For you he is pleading, His merits and death,
With God interceding for sinners beneath.

Then let us submit His grace to receive,
Fall down at His feet, and gladly believe:
We all are forgiven for Jesus’s sake,
Our title to heaven, His merits we take.

Oh, let me commend my Savior to you,
I set to my seal, that Jesus is true;
Ye all me find favor, who come at His call;
Oh! come to my Savior, His Grace is for all.

Na het optreden was er gelegenheid om, zoals altijd en overal, een kop thee te drinken en wat te praten. Ook hier in de gevangenis werd uiteraard van deze gelegenheid zo uitgebreid als mogelijk was gebruik gemaakt. Het was een wat wonderlijk gevoel om iemand die mogelijk levenslang gekregen had voor het opblazen van een aantal mensen met een dienblad vol mokken thee en koekjes op je af te zien komen. We moesten er maar aan wennen. De gevangenen waren zeer gebrand op het gesprek na het optreden; mogelijk nog meer als op het optreden zelf. Sommigen had ik al binnen zien komen met een Bijbel in de kontzak of onder de arm; klaar om alles ter plekke op te kunnen zoeken. Nu, na het optreden, bleek des te meer hoe alle overbodige franje weg is bij deze mensen. Wij, die ons leven aan de buitenkant doorbrengen, zijn veel handiger in het omzeilen van allerlei discussies die we als lastig of bedreigend ervaren. Alles waarbij het eigen ‘ik’ een beetje in het gedrang kan komen gaan we (over het algemeen) dan ook mooi en moeiteloos uit de weg.

Hier in de gevangenis waren de mensen veel meer op zich zelf aangewezen. Er was bovendien vrij weinig meer overgebleven waar ze zich als persoon achter zouden kunnen verschuilen. Het gevolg was dat ze dan ook binnen twee zinnen tot de kern van de zaak kwamen en daarmee jezelf met je eigen onzekerheden en twijfels confronteerden. Je voelde je aan de ene kant een buitenstaander en aan de andere kant kon je onmogelijk een buitenstaander zijn omdat je zo veel verwantschap met deze mensen voelde. We hadden maar een minuut of dertig om wat te praten en je zou kunnen stellen dat er van dit half uurtje nog geen seconde verknoeid is. Veel te vroeg moesten de mannen weer terug naar hun cel, ons met onze eigen gedachten achterlatend.

Ik voelde me wat hulpeloos, overdonderd en blij door hetgeen ik had meegemaakt en wist eigenlijk niet zo goed hoe ik al deze gedachten moest verwoorden. Des te meer begreep ik nu waarom A.G. & Kate het werk in de gevangenis zo’n hoge prioriteit gaven. Totaal van mijn stuk gebracht was ik door datgene wat ik deze dag mee had gemaakt. In een redelijke stilte braken we de installatie af en borgen alles op in de respectievelijke koffertjes en tasjes, ondertussen zorgend dat A.G.’s ‘little green things’ (lees ‘de vastbindertjes’) in geringe en vooral gepaste mate gebruikt werden. Uiteindelijk reden we via dezelfde controleposten (waar vervolgens ook weer de zelfde controles uitgevoerd werden) naar buiten. We gingen nu naar het huis van Stephen en Julie Taylor in Hartlepool. Stephen had de optredens hier rond Durham georganiseerd en we hadden het dus aan hem te danken dat ik deze dag twee keer naar de gevangenis geweest was.

Eenmaal thuis bleek dat de familie Taylor zich op onze komst had verheugd en het was me onmiddellijk duidelijk dat A.G. & Kate hier vaker geweest waren. Stephen was een van de weinige Anglicaanse voorgangers in het netwerk van A.G. & Kate, maar dat bleek absoluut geen verschil te maken. Het huis van de familie Taylor bleek in een permanente staat van chaos te verkeren; zowel Stephen als Julie hadden allebei een baan. Julie deed iets dat wij onder maatschappelijk werk zouden scharen. De drie kinderen (drie dochtertjes tussen ongeveer vijf en tien jaar) zorgden er wel voor dat ze steeds hun eigen spulletjes vlot terug konden vinden. Ruth, Lydia en Miriam Taylor zijn, zo klein als ze waren, bleken perfect in staat om het hele huis tot een huishouden van Jan Steen om te bouwen… We werden in een grote keuken aan tafel gezet en moeten eerst praten, eten, praten, koffie drinken, en daarna nog veel meer praten. Afijn, we hebben met ons allen een heerlijke avond doorgebracht in huize Taylor. Al die gesprekken zorgden er voor dat het uiteindelijk vrij laat wordt eer ik op bed lag. Julie had nota bene een logeerkamer helemaal voor mij ingericht, een elektrische deken op het bed gelegd en dusdanig veel dekens over het bed heen gegooid dat ik gemakkelijk de nacht bij Noordpoolse (niet in Polen dus) door zou kunnen brengen. Voor het slapen gaan moest ik natuurlijk eerst nog even mijn schrijfblokje bijwerken anders zou het niet mogelijk zijn om nu (een paar jaar na dato) dit verhaal te schrijven want zo goed was mijn geheugen toen ook niet…

Onderaan de post is een blokje waar u een reactie achter kunt laten. Ik stel dat zeer op prijs! U wordt gevraagd om een mailadres. Dit mailadres wordt niet gepubliceerd, maar stelt mij – als beheerder van deze site – in staat om te reageren op uw reactie.

Vorige post Volgende post